We beschouwen aanraking doorgaans als een gevoel dat beperkt is tot direct fysiek contact. Maar wat als je een voorwerp zou kunnen voelen dat verborgen is onder het zand, zonder er ooit je vinger op te leggen? Nieuw onderzoek suggereert dat mensen mogelijk een verborgen vermogen om op afstand aan te raken bezitten, vergelijkbaar met dat van sommige vogels.
Deze verrassende ontdekking bouwt voort op eerdere bevindingen over kustvogels zoals strandlopers en plevieren. Deze wezens gebruiken een opmerkelijk gevoel voor aanraking op afstand om prooien te lokaliseren die onder het zand liggen begraven. Ze bereiken dit door subtiele mechanische signalen waar te nemen – kleine trillingen en drukverschuivingen – die door de korrels worden doorgegeven wanneer ze hun snavels dichtbij bewegen.
Dr. Elisabetta Versace en haar team van de Queen Mary Universiteit van Londen wilden weten of mensen dit ongewone vermogen delen, ondanks dat ze de gespecialiseerde snavels van deze vogels missen. Om dit te testen, bewogen de deelnemers voorzichtig hun vingers door het zand terwijl ze probeerden een verborgen kubus te lokaliseren zonder deze direct aan te raken.
Opmerkelijk genoeg lieten de resultaten zien dat mensen precies dat kunnen doen! Ze waren in staat het begraven object met indrukwekkende nauwkeurigheid te detecteren, wat de prestaties van kustvogels bij soortgelijke taken weerspiegelde. Dit suggereert dat zelfs onze typische handen opmerkelijk gevoelig zijn en kleine verplaatsingen in het zand oppikken die door het verborgen object worden veroorzaakt.
Verdere experimenten bevestigden dat deze gevoeligheid de fysieke grenzen nadert van wat theoretisch mogelijk is voor het detecteren van deze “mechanische reflecties” van begraven objecten in korrelige materialen. Mensen presteerden feitelijk beter dan een robotachtige tactiele sensor die was getraind met een geavanceerd machine learning-algoritme (LSTM) in het nauwkeurig lokaliseren van de verborgen objecten binnen een bepaald bereik. Hoewel de robot objecten op iets grotere afstanden kon waarnemen, produceerde hij vaak valse positieven. Dit onderstreept de uitzonderlijke precisie van de waarneming van menselijke aanraking onder deze specifieke omstandigheden.
Dit baanbrekende onderzoek vergroot ons begrip van hoe ver de tastzin kan reiken. Het levert tastbaar bewijs voor een voorheen ongedocumenteerd tastvermogen bij mensen: het waarnemen van objecten vóór fysiek contact.
De implicaties van deze ontdekking zijn aanzienlijk, vooral voor robotica en ondersteunende technologieën. Door te bestuderen hoe mensen aanraking op afstand bereiken, kunnen ingenieurs robots ontwerpen met een meer genuanceerde tastgevoeligheid. Dit zou een revolutie teweeg kunnen brengen op terreinen als archeologie (het lokaliseren van artefacten zonder schade), planetaire verkenning (navigeren door zandige of korrelige terreinen op Mars of oceaanbodems) en zoek- en reddingsoperaties in gevaarlijke omgevingen.
In essentie benadrukt dit onderzoek het opmerkelijke potentieel van het begrijpen van menselijke zintuigen om technologische vooruitgang te stimuleren en ons begrip van hoe we de wereld om ons heen waarnemen te verbreden.
































