Traditionele benaderingen van armoedebestrijding geven vaak prioriteit aan materiële hulp: voedsel, onderdak en financiële hulp. Uit nieuw onderzoek blijkt echter dat cultureel begrip evenzeer, zo niet belangrijker, van cruciaal belang is voor duurzame impact. Uit een onderzoek onder leiding van de Universiteit van Michigan blijkt dat psychosociale programma’s die zijn ontworpen om vrouwen in Niger, West-Afrika, sterker te maken, aanzienlijk effectiever waren als ze in lijn waren met lokale waarden, in plaats van westerse modellen op te leggen.
De grenzen van op het Westen gerichte interventies
Het onderzoek, gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences, betwist de veronderstelling dat universeel toepasbare psychologische theorieën gedragsverandering in verschillende culturen kunnen stimuleren. Uit het onderzoek bleek dat interventies die geworteld zijn in onderlinge afhankelijkheid – waarbij de nadruk wordt gelegd op sociale harmonie, respect en collectieve vooruitgang – veel effectiever resoneerden met Nigerese vrouwen dan interventies die gebaseerd waren op individuele ambitie en zelfredzaamheid.
Dit gaat niet alleen over het respecteren van culturele gevoeligheden; het gaat over begrijpen hoe keuzevrijheid – het vermogen om actie te ondernemen en je leven vorm te geven – fundamenteel anders wordt begrepen in verschillende culturen. In Niger gaat keuzevrijheid niet in de eerste plaats over individuele prestaties; het is diep verweven met relaties, gemeenschapsstatus en collectief welzijn.
De driedelige studie
Het onderzoek verliep in drie fasen:
- Beschrijvende analyse: Onderzoekers brachten eerst de dominante modellen van keuzevrijheid onder vrouwen op het platteland van Niger in kaart, waarbij ze een sterke nadruk op onderlinge afhankelijkheid vonden.
- Empirische validatie: Daaropvolgende analyse bevestigde dat relationele factoren – zoals sociale status – een cruciale rol speelden naast persoonlijke factoren zoals zelfeffectiviteit in de economische vooruitgang van vrouwen.
- Interventietesten: Een gecontroleerd experiment vergeleek een in het Westen ontwikkelde psychologische interventie met een ‘cultureel verstandige’ aanpassing die gebaseerd was op onderlinge afhankelijkheid. Alleen de cultureel aangepaste interventie verbeterde aantoonbaar de economische resultaten van vrouwen over een jaar.
Voorbij Niger: implicaties voor de mondiale armoedebestrijding
De bevindingen suggereren dat psychologische theorieën en interventies die zijn ontwikkeld in westerse, goed opgeleide, geïndustrialiseerde, rijke en democratische (WEIRD) samenlevingen mogelijk onvoldoende zijn – zelfs contraproductief – wanneer ze elders worden toegepast. De studie benadrukt de behoefte aan cultureel afgestemde interventies die diverse wereldbeelden en gemeenschapswaarden eren.
De gevolgen reiken verder dan Niger. Volgens hoofdauteur Catherine Thomas zouden de VS kunnen profiteren van een vergelijkbare aanpak van armoedebestrijding, waarbij ze proberen de doelen en mentale modellen van hulpontvangers met een laag inkomen te begrijpen.
De belangrijkste conclusie is dat armoede niet uitsluitend een economisch probleem is; het is een multidimensionale uitdaging die psychologische hulpbronnen uitput en wordt gevormd door de culturele context. Het negeren van deze factoren beperkt de effectiviteit van zelfs goedbedoelde interventies.
Het onderzoek onderstreept dat voor echte armoedebestrijding meer nodig is dan alleen contant geld; het vereist culturele wijsheid.






























