Nieuw onderzoek suggereert dat intense stormen een belangrijke rol speelden bij de ondergang van jonge pterosauriërs tijdens de Jura-periode, een tijd waarin dinosauriërs de aarde domineerden. Deze vliegende reptielen, die ongeveer 245 miljoen tot 65 miljoen jaar geleden bestonden, hadden een precair bestaan, zelfs voordat ze volwassen waren, en een recente ontdekking werpt licht op een van de belangrijkste factoren die bijdragen aan hun hoge sterftecijfers.
Een grimmige ontdekking in Portugal
Wetenschappers hebben opmerkelijk fossiel bewijsmateriaal opgegraven in de Lourinhã-formatie in Portugal, een regio die bekend staat om zijn rijke concentratie aan fossielen uit het Jura-tijdperk. De ontdekking concentreerde zich rond een opmerkelijke vondst: de ongelooflijk goed bewaarde overblijfselen van meerdere pterosauriërs jonge jongen, ingebed in een enkel blok kalksteen. De enorme dichtheid van deze jonge pterosauriërs op één locatie, in combinatie met de aard van hun fossilisatie, heeft onderzoekers tot een verrassende conclusie geleid.
Bewijs van een catastrofale gebeurtenis
De bewaarde fossielen tonen een bijzonder ongewoon en opvallend fenomeen. De kleine botten van de jongens bleken ernstig gebroken te zijn. Bovendien vertoont de laag sediment die hen omringt tekenen van extreme, turbulente waterbeweging. Deze waarnemingen, gedetailleerd beschreven in een recente publicatie, geven er sterk op aan dat de jonge pterosauriërs werden meegesleurd in een krachtige storm, met traumatische verwondingen en uiteindelijk hun dood tot gevolg.
De wetenschap achter de bevindingen
Er wordt aangenomen dat de kalksteen waarin de fossielen zijn gevonden, is gevormd in een ondiepe lagune -omgeving. Er wordt gedacht dat intense regenval tijdens een krachtige storm plotselinge overstromingen veroorzaakte, waardoor de lagune snel met water werd gevuld. Deze golf voerde de jonge pterosauriërs – die waarschijnlijk langs de kustlijn nestelden – naar zee.
De gebroken botten suggereren dat ze werden blootgesteld aan intense krachten, waarschijnlijk heen en weer geslingerd in de turbulente wateren. De sediment ologie van het omringende gesteente ondersteunt deze hypothese verder: lagen vertonen complexe patronen die wijzen op krachtige stromingen en sedimenttransport – kenmerken van hoogenergetische stormen. Collega’s benadrukken dat de opmerkelijke bewaring van de fossielen ook duidt op de snelle begrafenis van deze dieren. Deze snelle begrafenis hielp de overblijfselen te beschermen tegen aaseters en erosie, waardoor ze miljoenen jaren bewaard bleven.
De levenscycli van pterosauriërs begrijpen
Deze ontdekking biedt waardevolle inzichten in de levenscycli en kwetsbaarheden van deze oude vliegende reptielen. Pterosauriërs waren geen dinosauriërs, hoewel ze leefden in het dinosaurustijdperk. Ze hadden vleugels die bestonden uit een huidflap die werd ondersteund door het langwerpige vierde cijfer van hun voorpoten. Het onderzoek belicht de uitdagingen waarmee pterosauriërs jonge jongen worden geconfronteerd, die al kwetsbaar waren vanwege hun kleine formaat en gebrek aan vliegmogelijkheden.
Pterosaurus -populaties moeten te maken hebben gehad met aanzienlijke schommelingen op basis van omgevingsfactoren. Intensieve stormen zouden de jonge bevolking herhaaldelijk hebben gedecimeerd, wat tot een cyclus van bloei en mislukking zou hebben geleid.
Bredere implicaties voor Jura-ecosystemen
De bevindingen van de studie hebben bredere implicaties voor ons begrip van Jura-ecosystemen. Het toont aan dat omgevingsfactoren, en niet alleen predatie, de overlevingskansen van oude dieren aanzienlijk hadden kunnen beïnvloeden. Het is ook een bewijs van de kracht van fossiele ontdekkingen bij het ontsluiten van de geheimen uit het verleden.
Het ongekende behoud en de concentratie van deze jonge pterosauriërs bieden een momentopname van een catastrofale gebeurtenis die waarschijnlijk de dynamiek van Jura-populaties heeft bepaald.
Dit onderzoek onderstreept het belang van het bestuderen van sedimentgesteenten en geologische formaties om inzicht te krijgen in de omgevingen waarin het oude leven bloeide – en soms ten onder ging – koralen* en ander zeeleven liepen tijdens dergelijke gebeurtenissen ook gevaar. De studie voegt een extra laag van complexiteit toe aan het verhaal van het leven op aarde miljoenen jaren geleden en toont aan dat zelfs vliegende reptielen niet immuun waren voor de woede van natuurrampen.
